BESPIEGELINGEN

5 mrt 2023 Alkmaar-Heiloo

Nu ben ik doodsbang.

Er was eens een ouder mens die wij, mijn vrouw en ik,
spottend “mevrouw dat weet ik niet” noemden. Ze was
hoogbejaard maar nog helder van geest. Altijd ongetrouwd,
woonde ze alleen met familie die weinig langskwam. Niet
iedereen was trouwens welkom, maar ik mocht wel, en
iedere maand kwam ik dus op bezoek of een handje helpen.
Mevrouw kon smakelijk vertellen, vooral over haar zeer
uitgebreide familie die ze kon benoemen tot in het derde of
vierde geslacht. Ook had ze een uitgesproken mening over
onze samenleving. Als ik dat – soms voorzichtig – probeerde
aan te vullen met nieuwe feiten of ontwikkelingen was
steevast haar antwoord: “dat weet ik niet”. Correcties of
nieuwe kennis landden absoluut niet bij haar. Dan trok ze
zich terug achter “dat weet ik niet” als een laatste
verdedigingslinie.
Nu is het een feit dat senioren daar vaker mee zitten,
tenminste ik wel. Je kunt nog zo je best doen om midden in
de eigen tijd te staan, toch zijn er nieuwe ontwikkelingen die
ik niet meer oppak, deels omdat het me niet interesseert,
deels omdat het me niet meer lukt. Gelukkig zijn er dan
meestal wel vriendelijke mensen die willen helpen. Maar
“dat weet ik niet” hoort wel bij onze generatie. Ouder worden
is immers ook afscheid nemen.
 Er is één terrein waar wij mensen, oud en jong, absoluut geen
zicht of grip op hebben, dat is de toekomst en dan met name
de weg naar ons levenseinde. Maar Jezus had dat wel. Wij
leven nu in de veertig dagen tijd waarin wij stilstaan bij Zijn
lijden en sterven. In het Evangelie van Johannes in hoofdstuk
12 lezen we hoe Hij zijn naderend einde voorziet en dan
zucht: “Nu ben ik doodsbang” (12 : 27) . Dat is menselijk en
brengt Hem dicht bij ons, want veel mensen kenden en
kennen doodsangst. Maar Hij kon niet zeggen “dat weet ik
niet”. Hij kende het komende pad naar Zijn einde wel, het
pad van spot en marteling en een langzame dood. Het maakte
Hem doodsbang. En toch week Hij niet terug en ging die
weg, gehoorzaam als was het een opdracht. Zo werd Hij ‘het
Lam van God dat de zonden van de wereld wegdraagt’. En
toen Hij aan het eind gekomen was zei Hij: “het is
volbracht”. Volgens een ander Evangelie waren Zijn laatste
woorden: “Vader, in uw handen leg ik mijn geest”.
Voor ons mensen blijft “dat weet ik niet” ten aanzien van ons
einde bestaan. Maar voor wie zijn/haar vertrouwen stelt op
dat ‘Lam van God’ is dat niet meer zo bedreigend. Want dan
zijn die handen van de Vader er ook. Zoals ook een dichter in
een oude psalm het beleed “Maar nu weet ik mij altijd bij U,
U houdt mij aan de hand en leidt mij volgens uw plan, …. Al
bezwijkt mijn hart en vergaat mijn lichaam, de rots van mijn
bestaan, al wat ik heb, is God, nu en altijd”. Psalm 73 : 23-
24 en 26).

Wim Koelé

Praat mee en word lid!

De PCOB behartigt uw belangen als senior. En inspireert u om mee te denken over de toekomst. Of het nu gaat om zorg, welzijn of wonen, inkomen of pensioen.

Lid worden