BESPIEGELINGEN

2 sep 2022 Alkmaar-Heiloo

 
WIE BEN IK ?
In 1966 verscheen er een gedicht van de toen nog jonge en
onbekende Bergense dichteres Neeltje Maria Min, dat vrijwel
onmiddellijk razend populair werd. Overal werd het
geciteerd en gereciteerd. Je kunt het gerust een van de
beroemdste gedichten van de laatste zestig jaar noemen.
Hier volgt het.
Mijn moeder is mijn naam vergeten,
mijn kind weet nog niet hoe ik heet.
Hoe moet ik mij geborgen weten?
Noem mij, bevestig mijn bestaan,
Laat mijn naam zijn als een keten.
Noem mij, noem mij, spreek mij aan,
O, noem mij bij mijn diepste naam.
Voor wie ik liefheb, wil ik heten.
Ik denk dat ik die brede belangstelling wel begrijp. De
dichteres zit tussen moeder en kind in. De moeder kent haar
niet meer. Dement? Bijna overleden? De vertrouwensrelatie
lijkt verdwenen: is ze haar kind niet meer? Haar kind kent
haar naam, met alles wat bij die naam hoort, nog niet. Maar
ze wil genoemd worden: ‘mijn lieve kind’ of ‘lieve
mamma’. Ze wil iemand zijn. Ze wil niet naamloos zijn. En
ze roept het uit, beveelt het bijna aan ieder die het maar horen
wil: “Noem mij, bevestig mijn bestaan.”
 De dichteres benoemt hier een wezenlijke behoefte van elk
mens: gekend zijn (al hoeft dat niet perse te betekenen dat je
een BN’er wilt zijn.} Niemand wil naamloos zijn, geïsoleerd
leven, maar omgang met anderen hebben. Mensen hebben
mensen nodig. Vooral bij het ouder worden gaat dat zwaar
wegen. Steeds weer vallen er om je heen mensen weg die jou
met naam en toenaam gekend hebben, mensen met wie je
soms lange tijd vriendschappelijk contact hebt gehad, die
veel voor je betekend hebben. Met wie je ervaringen deelde
die nu mee het graf in gegaan zijn. Nooit meer herinneringen
kunnen ophalen.
De dichteres benoemt het alleen, constateert het alleen dat
een mens bevestiging van zijn/haar bestaan nodig heeft. Ze
geeft geen adviezen. Maar toch vind ik die laatste regel
belangrijk. Er staat niet: Voor wie mij liefheeft, wil ik heten.
Maar ‘Voor wie ik liefheb,wil ik heten.’ Niet afwachten tot
anderen je liefhebben maar zelf liefde uitstralen.
Onwillekeurig moest ik bij dit gedicht over gekend/benoemd
zijn denken aan die mooie woorden van psalm 139 : “Heer
die mij ziet zoals ik ben – dieper dan ik mij zelf ooit ken –
kent gij mij….” Je naam is belangrijk, misschien al vanaf
het moment dat je gedoopt werd.

Dirk Firet

Praat mee en word lid!

De PCOB behartigt uw belangen als senior. En inspireert u om mee te denken over de toekomst. Of het nu gaat om zorg, welzijn of wonen, inkomen of pensioen.

Lid worden