BESPIEGELINGEN

29 jan 2022 Alkmaar-Heiloo

ATHEÏSME
*
Soms ontmoet ik mensen, die – zodra ze merken dat ik
dominee ben – zich bekend maken met de toevoeging:
”ik ben een overtuigde atheïst”. Een deftig woord voor:
”ik ben niet gelovig”. Eerlijk gezegd vind ik die
toevoeging wat onbevredigend. Het interesseert me meer
wat iemand wel is, of doet of eventueel wel gelooft. Niet de
ontkenning van alles en nog wat. Natuurlijk met alle
respect voor de gesprekspartner. In het gebruik van het
woord ”atheïst” hoor ik soms ook iets van
zelfvoldaanheid: ”ik ben een rationeel mens”.
De vaak gesuggereerde tegenstelling ‘rationeel’ tegenover
‘gelovig’ klopt volgens mij niet. Een tegenstelling die vaak
ten onrechte een rol speelt. Bijvoorbeeld in – soms heftige –
discussies over schepping of evolutie. Maar woorden hebben
altijd hun eigen context. Die context kan je niet negeren.
Evolutie is geen tegenstelling of ontkenning van schepping.
Het zijn verschillende verwoordingen van het zelfde, in
verschillende situaties en met verschillende bedoelingen. Ter
verduidelijking: als ik uitgeput en dorstig door een hete
woestijn loop zal ik hard schreeuwen om water!, niet om
H20. Als mijn kind ziek is ben ik bezorgd om het ”liefste dat
ik bezit”. Maar in de notities van de arts en het ziekenhuis
wordt – terecht – een andere taal gebruikt, een vaktaal.
Een uiting van redelijk denken is het gezegd ”meten is
weten”. Prima, want zonder dat meten zou het leven veel
moeilijker zijn. Maar het leven van de mensen bevat veel dat
niet meetbaar is, of in exacte formuleringen te vatten. De
gevoelens, angsten en vreugden van mensen; maar ook de
oneindigheid van ruimte en tijd confronteren ons met het
onzegbare. Als we daarbij de godsnaam gebruiken, met
eerbied, doen we dat niet omdat we alles zo goed weten,
maar omdat we zoeken en tasten. Tegen gemakkelijk gebruik
van de godsnaam verzet met name het oude testament zich.
Terecht wijzen de tien geboden er op dat we met de
godsnaam zorgvuldig, niet te vanzelfsprekend, moeten
omgaan en wordt in de synagoge die naam niet uitgesproken.
En ook wordt tegen het vormen van beelden, – beelden van
hout, steen of woorden – gewaarschuwd. Niet alleen mensen
die vloeken maar ook ‘gelovigen’, ‘niet gelovigen’ en zeker
ook theologen moeten zich dat aantrekken. Het woord ‘God’
is het woord van de zoekende mens die het geloof – dat wil
zeggen het vertrouwen – niet wil kwijtraken.
Een gedicht van de godsdiensthistoricus Theo van Baaren
heeft mij van jongs af zeer aangesproken en heeft voor mijn
werk veel betekend.
 
WAT BEN IK ZONDER GOD?
Theo van Baaren

Wat ben ik zonder God? Een schip met roer noch masten,
een wagen zonder wiel, een woning zonder dak,
verblind en doof, verlamd en niet in staat tot tasten,
een bloem die is verlept en een vermolmde tak.
Wat ben ik zonder God? Een wind die niet kan waaien,
een stomgeslagen stem en een onvruchtbaar land,
een dol geworden moer, een rad dat niet wil draaien,
een voet die niet kan gaan en een verdorde hand.
Wat ben ik zonder God? Niets! Maar uit alle dingen
straalt zijn genade mij en roept mij als een kind,
de stenen juichen het en alle halmen zingen
dit zelfde hoge lied, bewogen door de wind.

Dirk Firet

Praat mee en word lid!

De PCOB behartigt uw belangen als senior. En inspireert u om mee te denken over de toekomst. Of het nu gaat om zorg, welzijn of wonen, inkomen of pensioen.

Lid worden