BEELDDRAGER

2 sep 2022 Alkmaar-Heiloo

Onlangs vertelde iemand me dat hij ooit een meisje tegen een
buurmeisje dat op zondag een ijsje had gekocht, had horen
zeggen: ‘Jij gaat naar de hel.’ Het was in een klein gezelschap en
de verontwaardiging was uiteraard algemeen. Nou loop ik al
geruime tijd te piekeren over de vraag welke boodschap
christenen nu precies hebben aan hun anders- of ongelovige
medemensen. De ontvanger van de boodschap moet immers op
zijn minst herkennen dat die boodschap hem inderdaad geldt. Dus
vroeg ik: ‘Maar wat had dat meisje dan wel moeten zeggen?’ We
kwamen er binnen de paar beschikbare minuten niet uit. Niet
oordelen is natuurlijk direct aan de orde. ‘Onschuldig kind’ zei
iemand nog, waarop ik vroeg: ‘Bestaat er onschuld dan?’ Het
werd aanleiding tot een denkproces, dat me uiteindelijk bracht
naar ‘ons’ begin. Daarover vertelt de Bijbel in Gen. 1 : 27: God
schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep
Hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep Hij de mensen.’ Maar
als je gaat nadenken over de betekenis daarvan, kom je al heel
gauw in aanraking met Gods verbod een beeld van Hem te
maken. Filippus vraagt ook niet aan Jezus om een beeld van de
Vader. Hij vraagt veel concreter: ‘Laat ons de Vader zien, meer
verlangen wij niet.’ In het antwoord dat Jezus daarop geeft, staat
dan dat zinnetje: ‘Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.’
En dat is kennelijk de verstrekkende betekenis van Gen. 1 : 27.
Als je een mens ziet, zie je zijn Schepper. Het kost ons dan ook
geen wezenlijke moeite om zo op Jezus te zien, maar een
willekeurig ander mens?
De Hebreeuwse woordstam voor dat evenbeeld is Z L M. Toen ik
dat opzocht in mijn woordenboek, vond ik als eerste betekenis
schaduw. En dat hielp me enorm. Want een schaduw kan zich niet
losmaken van het lichaam waarvan hij de schaduw is. Dat zien we
ook voortdurend in het leven van Jezus: Hij is voor de volle 100%
met zijn Vader verbonden. Hij doet alleen wat Hij de Vader ziet
doen. Hij ruimt hele nachten in voor gebed. Hij doet soms
wonderen door slechts te spreken; maar ook door al dan niet
symbolische handelingen, steeds vanuit de aan Hem verleende
volmacht/opdracht.
Toen Jezus zijn werk op aarde begon, zei Hij: ‘De tijd is
aangebroken, het koninkrijk van God is nabij; kom tot inkeer en
hecht geloof aan dit goede nieuws.’ (Marcus 1 : 15) Als het om
goed nieuws gaat, dan is het je volle aandacht meer dan waard.
Maar hoe kun je ‘kom tot inkeer’ nu rijmen met goed nieuws?
Wie wil er dan horen dat hij een verkeerde weg volgt en dus zo
wijs moet zijn rechtsomkeert te maken? Hoor je het jezelf al
zeggen: ‘Wie maakt dat uit?’
Laat die houding echter wel de nodige ruimte om goed nieuws te
willen horen? Wijs zijn en goed nieuws niet willen horen, dat is
uiteraard innerlijk tegenstrijdig. Maar dat is dan ook precies wat
er met ons aan de hand is. In ons innerlijk woedt voortdurend
strijd. Daarbij verzet onze wil zich ‘van nature’ tegen wat een
ander (vooral de Ander) van ons wil. We zijn rebellen,
opstandelingen. We zijn geen schaduw meer.
Ho even; dat kan natuurlijk niet: evenbeeld van God zijn én rebel
‘van nature’. Wel, daarom vragen die andere woorden van Jezus
ook onze aandacht: ‘Het is tijd! Het koninkrijk van God is nabij.’
Ofwel, geef jouw (on)wil prijs; verander van opstandeling in
volgzame onderdaan. Kom nu van die troon af, die je jezelf hebt
gegeven. Toon eerbied en ontzag voor je Maker die jouw Koning
is en als Koning jou alle goeds wil geven. Laat je door zijn wil
verrassen. Beelddrager zijn is demonstreren dat je geleerd hebt
Hem altijd gehoorzaam te zijn. Spreek dus je medemensen maar
aan op hun taak om beelddrager te zijn.

Frans van Egmond

Praat mee en word lid!

De PCOB behartigt uw belangen als senior. En inspireert u om mee te denken over de toekomst. Of het nu gaat om zorg, welzijn of wonen, inkomen of pensioen.

Lid worden